Doodaas vissen op snoek
Vissen met dood aas is een van de oudste methodes om snoek te vangen. Toch is het een techniek die ook vandaag de dag erg succesvol kan zijn. Met name tijdens de koude wintermaanden kan het vissen met een dode aasvis je veel grote snoeken opleveren. Grote snoeken geven ’s winters de voorkeur aan een gemakkelijke prooi. Hiermee verspillen ze zo min mogelijk energie. Energie die ze nodig hebben om de winter door te komen. Nu zijn er verschillende manieren om te vissen met dode aasvissen. Welke dit zijn hoe je ze het beste kunt inzetten ontdek je in dit artikel. Zo kan ook jij deze winter achter de metersnoeken aan!
1. Doodaas vissen met een dobber
De meeste doodaas-vissers kiezen ervoor om te vissen met een snoekdobber. Dit is gelijk ook de meest spannende manier van het vissen met doodaas. Met een dobber kun je namelijk precies zien wat een snoek uitvreet met je aasvis. Voorzichtig snoepen, pakken en loslaten of hap, slik weg! Alles wordt direct zichtbaar via je dobber. Daarnaast maakt een dobber het mogelijk om je dode aasvis in verschillende waterlagen aan te bieden. Van een meter onder het oppervlak tot nét boven de bodem. Een dobber kun je op verschillende manieren inzetten voor het doodaas vissen. Ik zet de meest voorkomende methodes even voor je op een rijtje.
Statisch vissen met een snoekdobber
Wanneer de snoek een beetje los is en je een goede stek hebt gevonden kun je deze statisch bevissen met een dobber. Je kunt hierbij je dode aasvis zowel op, of boven de bodem presenteren. Bij deze manier van doodaas vissen werp je je dobber dus in naar de stek waar je verwacht snoek te kunnen vangen, waarna je vervolgens wacht je tot hij onder het oppervlak verdwijnt.
Mee laten driften met de wind
Op dagen dat je de snoeken echt op moet zoeken, werkt het vissen met een dobber met een zogenaamde ‘dart’ vaak erg goed. Een voorwaarde is wel dat het moet waaien en dat je je aas niet op, maar boven de bodem presenteert. Een dart fungeert namelijk als een zeil waardoor de wind hem vooruit kan duwen. Met deze techniek kun je dus hele stukken water afkammen tot je vanzelf een hongerige snoek tegenkomt.
Slepend achter een boot
Vis jij graag vanuit een boot of een bellyboat, dan kun je er ook voor kiezen om een dobber, al slepend achter je boot te presenteren. Om te voorkomen dat je aasvis naar het oppervlak komt zul je bij deze techniek wel gebruik moeten maken van zwaarder lood of tungsten. Ook is het beter om wat zachter te varen dan dat je normaal zou doen wanneer je gaat slepen op snoek. Slepen met een snelheid van zo rond de 4 a 5 km per uur is snel genoeg. Sommige reels hebben voor deze manier van vissen zelfs een bepaalde ratelstand. Deze stand geeft nét genoeg weerstand om geen lijn af te geven tijdens het slepen. Krijg je een aanbeet dan krijgt de snoek vrijspel en krijg jij een luid geratel te horen. Erg handig!
2. Statisch vissen op de bodem
Een andere veelgebruikte techniek is het statisch vissen vanuit een hengelsteun. Bij deze techniek werp je je dode aasvis in naar een plek waar jij verwacht snoek te kunnen vangen. Vervolgens draai je je hoofdlijn strak en leg je je hengel in de steun. Om de lijn onder spanning te houden maak je gebruik van een swinger, backswinger of drop off-indicator. Doormiddel van een elektronische beetverklikker weet je precies wanneer (en met welke hengel) je beet hebt.
Deze techniek is vergelijkbaar met het statisch vissen op karper. Net als bij het karpervissen kun je bij het statisch vissen op roofvis met twee hengels vissen en deze wat verder uit elkaar leggen. Omdat je gebruik maakt van een beetmelder hoef je geen dobber(s) in de gaten te houden en kun je dus lekker onderuit zitten op een comfortabele stoel.
Protip: Het is bij deze visserij aan te raden om - als je geen beet krijgt - je aas af en toe te verleggen. Persoonlijk werp ik meestal ieder uur opnieuw in naar een nieuwe stek om zo de snoeken toch een klein beetje op te zoeken.
3. Takels, onderlijnen, dreggen en meer
Snoeken hebben tanden. 700 om precies te zijn. Deze tanden zijn loeischerp en dus moet je je onderlijn hiertegen beschermen. Dit doe je met een stalen of titanium onderlijn. Deze onderlijnen worden voor het vissen met doodaas ook wel takels genoemd. Nu zijn takels natuurlijk kant-en-klaar te koop maar het is veel leuker om ze zelf te maken. Wanneer je ze zelf maakt kun je zelf bepalen hoe je wilt dat je takel eruit komt te zien. Een ander bijkomend voordeel is dat je op de lange termijn een stuk goedkoper uit bent.
De meeste takels zijn voorzien van één of twee dreggen. Welke je moet gebruiken hangt een beetje af van de lengte van je aasvis en de techniek die inzet. Zo kun je bij een statische visserij beter kiezen voor een takel met twee dreggen. Om te voorkomen dat de dreggen achterin de snoekenbek komen is het met deze takels wel belangrijk dat je zo snel mogelijk de haak zet. Vis je actief met een snoekdobber, kies dan voor een takel met één dreg. Deze prik je door de rug van de dode aasvis en in de meeste gevallen weet je zo een snoek goed (voor in zijn bek) te haken.
Hieronder zal ik je stap voor stap laten zien hoe je zelf een goede, betrouwbare takel maakt.
Stap 1: Om zelf je eigen doodaas takels te maken heb je het volgende nodig. Stalen of titanium onderlijnmateriaal, sleeves en een sleevetang, wartels, dreggen, shrinktube en een kniptang.
Stap 2: Knip een stuk staal- of titanium draad af. De lengte is afhankelijk van de grootte van de aasvis die je wilt inzetten en het aantal dreggen dat je op de takel plaatst. Je kunt hierbij beter te veel dan te weinig afknippen. Voor een takel met twee dreggen voor aasvissen tot 20 centimeter kies ik voor een stuk staaldraad van ongeveer 60 centimeter.
Stap 3: Schuif over het uiteinde van het staaldraad eerst een stukje krimpkous van ongeveer 3 centimeter, dan een sleeve en vervolgens je wartel.
Stap 4: Haal het uiteinde van je staaldraad terug door de sleeve zodat de wartel wordt ingesloten een een mooie lus. Haal vervolgens het staaldraad wéér door de sleeve. Zodra je staaldraad 3 keer door de sleeve loopt kun je de sleeve dichtknijpen met je sleevetang. Doe dit met beleid en vooral niet té hard. Hierdoor kun je je sleeve en het staaldraad beschadigen. Schuif vervolgens je krimpkous over sleeve en je hebt een netjes afgewerkte en oersterke bevestiging.
Stap 5: Nu is het zaak de eerste dreg te bevestigen. Schuif eerst een stukje krimpkous, dan een sleeve en vervolgens je dreg over de onderlijn. Bepaal de afstand tussen de wartel en de dreg en haal het uiteinde van je staaldraad door de sleeve. Haal vervolgens weer het uiteinde door de sleeve zodat het staaldraad langs de dreg naar beneden loopt. Knijp je sleeve dicht en schuif je krimpkous over de dichtgeknepen sleeve.
Stap 6: Herhaal dit proces voor de onderste dreg van de takel. Bij de bevestiging van deze dreg rijg je het staaldraad drie keer door de sleeve en knip je na het dichtknijpen van de sleeve het uitstekende gedeelte onderlijnmateriaal af.
Stap 7: Door je takel een paar seconden in een pannetje kokend water te gooien sluit het krimpkous zich netjes om de sleeves. Dit kun je ook bereiken door hem even in stoom van een fluitketel te houden.
Stap 8: Je takel is klaar! Maak alvast meerdere takels klaar wanneer je gaat vissen zodat je klaar bent voor verschillende situaties en nooit misgrijpt.
4. Welke aasvissen kun je het beste gebruiken voor het vissen op snoek?
Snoeken zijn échte killers en eten alles wat zwemt. Omdat (blank)voortjes, windes en baarzen tot hun natuurlijke voedsel behoort, zijn ze hier mee vertrouwd en weet je zeker dat je goed zit. Bovendien zijn deze visjes gemakkelijk te vangen met een vaste stok of feederhengel. Met een middagje vissen kun je al snel een voorraadje maken die je kunt bewaren in je vriezer (wel even overleggen met je vrouw).
Het is hierbij aan te raden om de vissen per stuk te verpakken of er een plastic velletje tussen te leggen. Hiermee voorkom je dat ze aan elkaar vastgeplakt zitten wanneer je ze uit de vriezer haalt. Heb je geen tijd om ze zelf te vangen, kom dan even langs bij Zunnebeld. Hier hebben we ze voorverpakt voor je liggen. Grijp je nooit mis!
Naast zoetwatervissen maken veel doodaas-vissers ook graag gebruik van zeevis. Dit klink voor sommige misschien een beetje gek maar een grote snoek is niet vies van een mooie makreel, sardines of een lekkere haring. Daarnaast zijn zeevissen erg vet van zichzelf. Dit vet geeft een geur af onderwater die onweerstaanbaar is voor grote rovers! Daarnaast kan het dressuur doorbrekend werken wanneer je vist met een aasvis waar niemand anders mee vist … Zeevissen zijn uiteraard te koop op de markt, bij je locale viswinkel of bij ons in de winkel. Keurig voorverpakt en wel!
Protip: Om je dode aasvis nog aantrekkelijker te maken zijn er verschillende soorten olie en baitsprays verkrijgbaar. Hiermee maak je je aasvis nog aantrekkelijker. Dit kan écht het verschil maken op dagen dat ze ‘niet willen’.
5. Goede doodaas stekken
Om de beste stekken voor het vissen met doodaas te vinden zul je moeten begrijpen waar de snoek zich gedurende de wintermaanden ophoudt. Hier heb ik eigenlijk een heel simpel antwoord op. Je moet de witvis zien te vinden. Vind je de witvis, dan kun je er vergif op innemen dat de snoeken nooit ver zijn.
Zodra het water kouder wordt trekt de witvis van het open water naar plekken als bruggen, duikers en havens. Deze plekken bieden beschutting en het water is er in de regel warmer. Om die reden trekt de witvis hier massaal naartoe om te overwinteren. Met name havens zijn ware trekpleisters voor (grote) snoek. De meeste havens liggen gedurende de winter namelijk tjokvol met scholen witvis. Dit maken het ideale plekken voor het vissen met doodaas op snoek. Check van te voren wel even of je in de betreffende haven mag vissen. Dit is namelijk niet altijd toegestaan.
6. Welk materiaal gebruik je voor het doodaas vissen?
Voor het statisch vissen op snoek met dood aas zijn er een aantal speciale hengels op de markt. Deze hengels lijken veel op karperhengels, maar hebben in de meeste gevallen een sterkere ruggengraat en meer topactie. Dit is belangrijk om goed de haak te kunnen zetten en verre worpen te kunnen maken. De bek van een snoek is hard en je moet de haak uit die (harde) aasvis slaan. Hengels voor deze visserij hebben daarom een testcurve van zo tussen de 3,00 en 3,25 lbs. Ga jij aan de slag op korte afstand met bijvoorbeeld een snoekdobber, dan kun je prima uit de voeten met een hengel met en een werpgewicht van 2,5 tot 2,75 lbs.
Molen of reel?
Onder je hengel hang je een sterke molen of reel. Gebruik je een molen, kies dan voor een 4000 of 5000 model. Spoel deze molen op met een gevlochten hoofdlijn van zo’n 0,20 mm. Vis je in de buurt van obstakels dan doe je er verstandig aan te kiezen voor 0,25 mm. Het grote voordeel van een gevlochten lijn is dat je iedere aanbeet perfect doorkrijgt.
Steunen of rodpod
Qua hengelsteunen kun je kiezen voor losse steunen of een rodpod. Het voordeel van losse steunen is dat ze een stuk goedkoper zijn en dat ze weinig ruimte in beslag nemen in je vistas. Een rodpod daarentegen maakt het mogelijk om je hengels op een stijger, beton of een bevroren grond te plaatsen. Bekijk zelf wat voor jou het beste werkt.
Beetmelders
Dan heb je een betrouwbare beetmelder en een swinger (of backswinger of drop off-indicator) nodig. Dit heb je nodig om bij het statisch vissen de aanbeet door te krijgen. Hierin is de keuze enorm. Bekijk onze webshop om er achter te komen welke het beste aansluiten bij jouw wensen en binnen jouw budget. Vergeet ook niet te kijken naar een achtersteun. Deze heb je nodig om de achterkant van je hengel in te verankeren.
Snoekdobbers
Ga je met een snoekdobber aan de slag, dan zul je merken dat je hierin een enorme keuze hebt. Zo zijn er dobbers waarbij het gewicht al is verwerkt in de dobber, dobbers met dart, dobbers met een smal profiel om minder wind en stroming te pakken, inline dobbers en dobbers met verlichting om ook ’s avonds door te kunnen vissen. Breng een bezoekje aan onze ‘snoekdobber pagina’ en ga op zoek naar een dobber die aansluit bij jouw wensen.
Schepnetten
Om een (grote) snoek veilig te kunnen landen is een schepnet geen overbodige luxe. Helemaal omdat je te maken hebt met scherpe dreggen. Koop je schepnet voor het doodaas vissen vooral niet te klein en kies er een met een grofmazig net. Komt er een dreg vast te zitten in het net, heb je hem binnen no time los!
Onthaakmat
Als laatste wil ik je er aan herinneren om bij deze visserij vooral niet op pad te gaan zonder een goede, dikke onthaakmat en onthaakgereedschap. Dus ook een lange tang en een goede kniptang mag niet aan je uitrusting ontbreken. Omdat je met meerdere dreggen vist en een echte aasvis kan het gebeuren dan een snoek ergens achterin zijn bek wordt gehaakt. Met het juiste gereedschap mag dit geen enkel probleem zijn en kun je de vis ongeschonden terug zetten in zijn habitat.
7. Doodaas vissen samengevat
Het vissen met een dode aasvis op snoek is een van de oudste manieren om snoek aan de schubben te komen. Met name tijdens de koude wintermaanden is een aasvis dodelijk! Een populaire en leuke manier van doodaas vissen is het gebruik maken van een snoekdobber. Bij deze visserij kun je je aasvis in alle waterlagen kunt aanbieden. Daarnaast is het verschrikkelijk spannend wanneer je dobber ineens wegschiet onder het oppervlak. Is dat niet jouw ding, dan kun je ook statisch (met beetmelders) achter de snoeken aan.
Het vissen met dood aas kun je het hele jaar door doen. Toch is de winter dé periode om grote snoeken te vangen. Tijdens de wintermaanden trekt de witvis massaal van het open water naar havens, bruggen en duikers. Ze komen hier om te overwinteren. Hier is het water warmer en ze zitten in de luwte. Al die grote scholen witvis trekken rovers aan. En een dode aasvis is een gemakkelijke hap waarbij een grote snoek weinig moeite voor hoeft te doen.
Wil jij graag meer weten over het vissen met dode aasvissen? Je kunt ons altijd even bellen op 038 - 421 58 97 of mailen naar info@zunnebeld.nl. Natuurlijk kun je ook een bezoekje brengen aan onze winkel aan de Van Karnebeekstraat 73 in Zwolle. Dan kun je meteen even kijken wat wij allemaal hebben voor deze prachtige en vooral spannende manier van vissen! Vangze!
